InAlto

18/02
18:30-19:40

Luistersleutel : Marc Vanscheeuwijck

Wij denken vaak aan het verleden als iets levenloos, kleurloos en stil. Maar net zoals ‘stomme’ films zelden zonder geluid of kleur waren, bruisten de steden uit het verleden van het leven.

Bovendien waren ze allesbehalve stil: officiële ceremonies van de stad, kerkdiensten en allerlei processies hadden elk hun eigen muziek. Straathandelaren maakten reclame voor hun koopwaar, stadstrompetters en klokkentorens bliezen en luidden alarm of kondigden plechtig de aankomst van de machthebbers aan.

Van de middeleeuwen tot het einde van de achttiende eeuw begeleidden blaasensembles in heel Europa veel van de belangrijke gebeurtenissen in de openbare ruimte.

Zo werden blijde intredes van heersers, bruiloften, doopfeesten en processies met heiligenrelieken en -beelden steeds vergezeld door stadsmuzikanten en alta cappella-ensembles. Componisten als Clément Janequin, Orlando Gibbons en Richard Dering maakten er hun handelsmerk van om deze geluiden en kreten van de stad te integreren in hun vocale composities.

Deze chansons met kreten en cris zijn in heel Europa te vinden en vormen een levendige echo van de klank en kleur van de Renaissance.

InAlto neemt ons mee op een reis door de klanklandschappen van het 16de- en 17de-eeuwse Europa, waar elke plaats zijn eigen muzikale kleur bezat, zijn eigen stem en emotionele palet.

Lambert Colson & Darren Moore, zinken
Guy Hanssen, Susanna Defendi & Bart Vroomen, trombones

Alice Foccroulle, sopraan
Corinne Bahuaud, altus
Martial Pauliat & Olivier Coiffet, tenor
Geoffroy Buffière, bas

Biografieën

InAlto

In alto mare, in alta montagna.

En haute mer, en haute montagne.

(Op volle zee, in de hoge bergen)

Deze uitdrukking, die het Frans en het Italiaans gemeen hebben, verwijst niet enkel naar  afstand, maar ook naar gevaar. De zink (cornetto) is het paradepaardje van de 16de en 17de eeuw. Het instrument is gemaakt uit hout en met leer overtrokken en werd beschouwd als het instrument bij uitstek om de menselijke stem na te bootsen. En net zoals bij stemmen, zoekt het instrument zijn hele geschiedenis naar hoogte. De encyclopedie van Mersenne beschrijft de zink als « een zonnestraal doorheen de wolken ». InAlto verkent zowel vocale als instrumentale muziek waarbij getracht wordt hun hemelse klanken in dialoog te laten treden.

De meest bekende componisten uit de Barok zoals Monteverdi, Schutz of Praetorius hebben ons werken nagelaten waarbij het verlangen naar gevaar ontwikkeld wordt, de cultus van hoge tonen. Door zowel achterom als ver vooruit te kijken, wijdt InAlto zich aan de herinterpretatie van vergeten repertoires. Het gevaar vandaag bestaat erin dat je niet meer kan overtuigen met muziek die niet meer van ons lijkt te zijn.

Onder de artistieke leiding van Lambert Colson, probeert InAlto het beste uit het gekozen repertoire te halen door zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven en door te werken met musici die meesters zijn in de “historische uitvoeringspraktijk”.

Sinds de oprichting van het ensemble in 2012 hebben ze 6 CD’s opgenomen : Ich will schweigen (2015 – Ramée),  Heinrich Schütz and his legacy (2017 – Passacaille – Diapason d’Or de l’année 2017), Un cornetto a Roma (2017 – Ricercar), Teatro Spirituale (2019 – Ricercar), E vidi quattro stelle (2020 – Fuga Libera),  Cavalieri Imperiali (2020 – Ricercar), Francisco Correa de Arauxo, Libro de Tientos – Bernard Foccroulle (2022 – Ricercar).

InAlto wordt regelmatig uitgenodigd op de belangrijkste Europese festivals: De Bijloke Gent, Venetian Centre for Baroque Music, festival du Pays d’Auge, , Amuz-festival Van Vlaanderen, festival Musiq3, festival de Wallonie, Bozar Bruxelles, Concertgebouw Bruges, De Rore festival Ronse, Schloss Gottorf Schleswig, festival de Regensburg, festival baroque de Saint-Michel en Thiérache, Juillet Musical de Saint-Hubert, Automne Musical de Spa, Société Philharmonique de Namur, festival Mubafa, Muziekgebouw Amsterdam, Tivoli Vredenburg Utrecht, Oude muziek  Utrecht, Académie Bach d’Arques la Bataille, festival de Saintes, festival baroque de Tarentaise, Musikfest Bremen, Muziekgebouw Eindhoven, Passie van de Stemmen Leuven… Daarnaast heeft InAlto ook twee maal opgetreden op het International Bamboo Organ Festival in de hoofdstad van de Filipijnen, Manilla.

Lambert Colson

Lambert Colson werd opgeleid door Françoise Defours, Pedro Memelsdorff, Bart Coen, Marleen Leicher, Bruce Dickey en Gebhard David met name aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, de ESMUC in Barcelona, ​​​​de Schola Cantorum Basiliensis en het HFK in Bremen.

Zijn samenwerkingen omvatten ensembles en dirigenten zoals Scherzi Musicali, Le Poème Harmonique (Vincent Dumestre), Holland Baroque, La Fenice (Jean Tubéry), Pygmalion (Raphaël Pichon), B’rock, Collegium Vocale (Phillipe Herreweghe), Correspondances (Sébastien Daucé ), Cappella Meditteranea (Leonardo Garcia Alarcon), Continuüm…

Hij leidt zijn eigen muzikale projecten die rechtstreeks voorvloeien uit onderzoek dat de afgelopen jaren binnen zijn InAlto-ensemble is uitgevoerd. InAlto’s meest recente opnames werden geprezen door Europese critici: Diapason d’Or & Diapason D’Or van het jaar 2017, Choc de Classica, 5 sterren Rondo Magazin, Joker Crescendo, Cléf d’Or Res Musica, keuze van het jaar voor Liberation en Le Monde…

Als onderzoeker werd hem gevraagd een bijdrage te leveren voor “ la pensée de Midi “(Actes Sud).

Als leraar werd hij uitgenodigd om conferenties en masterclasses te geven bij de Royaumont Stichting, meer bepaald rond de geschiedenis van notatie of de lutherse muziek in het Heilig Rijk. Vandaag doceert hij zink, kamermuziek en ornamentatie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en aan de Hogeschool voor muziek van Genève.

Eeuwig zoekend op zijn instrument, volgt hij momenteel een doctoraatsopleiding over het gebruik van de stille zink in het 17de -eeuwse Duitsland onder co supervisie van het Koninklijk Conservatorium en de Vrije Universiteit in Brussel.

In 2022 wordt de thesis publiekelijk verdedigd. Verschillende stukken van hedendaagse componisten zoals Zad Moultaka, Fabrice Fitch, Bernard Foccroulle…, werden aan hem opgedragen.

Gedreven door ongewone samenwerkingen, werkte hij samen met de choreografe Catherine Contour en ontdekte hij de praktijk van hypnose; hij verkent steeds meer mogelijkheden van zijn instrument binnen de hedendaagse muziek: hij werkt samen met artiesten als Liesa van der Aa, Shara Nova (My Brightest Diamond), Petur Ben, Mugison of Efterklang. Hij is ook te gast bij verschillende jazz- en improvisatieprojecten met artiesten als Emmanuel Baily, Xavier Rogé, Franck Vagané, Adam Woolf, Jon Birdsong of Eric Vloeimans.